Voorproefjes - Past Presents stamboomonderzoek en voorouderverhalen

Ga naar de inhoud

Hoofdmenu:

Voorproefjes

Voorproefjes
Altijd al geweten (geplaatst 4 december 2017)
Een paar jaar geleden heb ik de stamboom uitgezocht van een toenmalige collega van mij, die helemaal gek is van Italië. Hij spreekt een aardig woordje Italiaans, heeft een huis in Italië en maakt zijn eigen limoncello. Hij vroeg mij de voorouders van vaderskant uit te zoeken. Gelukkig stuitte ik terloops op een overgrootmoeder van moederskant, die de vrij exotische naam ‘Mirani’ droeg. Wat bleek?  Zij was de kleindochter van een schilder en leerlooier die luisterde naar de klinkende namen Salvator Paulus Simon Quiricus Augustinus Mirani. Hij was in het begin van de 19e eeuw met zijn ouders vanuit zijn geboorteplaats Messina (op Sicilië) naar Amsterdam
verhuisd. Mijn collega was als een kind zo blij met de ontdekking dat er werkelijk Italiaans bloed door zijn aderen stroomde! Met Salvators vader Carlo liep het overigens niet zo goed af. Deze ‘fijnschilder’ overleed in 1829 na een verblijf van 11 dagen op de afdeling ‘mannen krankzinnigen’ in het Buitengasthuis in Amsterdam.
Op de foto: het Buitengasthuis in 1886
Verbannen uit de stad (geplaatst 20 november 2017)
In september 1801 wordt de 22-jarige Sara gevangengezet in het Gravensteen (zie foto) in Leiden omdat ze twee militairen zou hebben geholpen te deserteren. Ze zou de nacht van 17 op 18 februari hebben doorgebracht met een vriendin en twee soldaten, waarna ze hun uniformen bij haar broer zou hebben verruild voor gewone kleren. De beide meisjes bekennen, maar voeren ter verdediging aan dat zij hadden gemeend de soldaten te moeten gehoorzamen. De aanklager vindt echter dat als hun daad niet naar behoren wordt gestraft, dit “van de slegte gevolgen zouden zijn, voor de goede orde in de gewapende magt, het bolwerk onzer vrijheid, waaromme dan ook bij onderscheidene placaten van den soeverein, het behulpzaam zijn tot desertie, van militairen, als ten hoogsten strafbaar [moet] worden geconsidereerd.”
De eis luidt een jaar en zes weken tucht- of werkhuis, en daarna drie jaar verbanning uit de stad. Het Comité van Civiele en Criminele Justitie van de gemeente Leiden is een stuk milder in haar uitspraak en veroordeelt Sara uiteindelijk tot veertien dagen gevangenschap in het Gravensteen op water en brood. Dit klinkt overigens minder ernstig dan het is: een dergelijk dieet is slecht voor de darmen en levert dikwijls vreselijke pijnen op.
Als Sara niemand had om aanvullend eten voor haar te brengen, moet het een ware lijdensweg voor haar geweest zijn.
Volgens mij was Sara niet zozeer een slecht, maar eerder een heel naïef meisje dat zich makkelijk liet gebruiken om bij mannen in de smaak te vallen. In juli 1808 was de maat voor het Comité van Civiele en Criminele Justitie van de gemeente Leiden vol en werd ze veroordeeld tot twee jaar tuchthuis en zes jaar verbanning uit Leiden en Rijnland, alleen omdat ze verliefd was geworden op een getrouwde man … Deze Arnoldus had zijn vrouw en kind verlaten en was met Sara heimelijk in Delft gaan wonen. Ze werden verlinkt en Arnoldus werd niet alleen uit Leiden, maar gedurende vijftien jaar uit het hele gewest Holland verbannen. Sara vertrok naar Amsterdam, en is nooit meer naar haar geboortestad teruggekeerd.
Een kostbaar avontuurtje (geplaatst 20 november 2017)
Vaker dan ik gedacht had, kom ik in familieonderzoeken geboorteakten tegen waarin het kind de naam van de (ongehuwde) moeder krijgt. Soms trouwt het meisje even later alsnog en wordt het kind bij het huwelijk ‘geëcht’, maar dikwijls – zeker in het geval van de op dat vlak kwetsbare groep dienstboden – gebeurt dat niet en is het heel lastig, zo niet onmogelijk achter de identiteit van de vader te komen. Maar soms heb je geluk, zoals ik had in het geval van Elisabeth, die in 1923 in een Arnhems ziekenhuis beviel van een dochtertje dat het resultaat was van een ‘one-night stand’. De baby werd ondergebracht in een ‘doorgangshuis’, een instelling waar ongehuwde moeders en hun kinderen in die tijd onderdak konden krijgen. De kosten voor het verblijf bedroegen ƒ 3,50 per week. Klaarblijkelijk een (te) groot bedrag voor Elisabeth, want ze sleepte de vermoedelijke vader van het meisje voor de rechter om hem te verplichten mee te betalen. De jongen in kwestie beweerde echter nooit ‘vleeschelijke gemeenschap’ met Elisabeth gehad te hebben. Later kwam hij hierop terug, maar verklaarde voor de rechtbank dat er nog veel meer minnaars waren geweest – elk van hen kon de vader zijn.
De rechtbank oordeelde dat enerzijds Elisabeth moest bewijzen dat zij inderdaad seks met de jongen had gehad, en dat anderzijds de jongen moest aantonen dat hij niet de enige was geweest. Lastig, zou je zeggen, in het pre-DNA-tijdperk, maar de rechter had een oplossing: beide partijen mochten getuigen oproepen. Drie bekenden van Elisabeth bevestigden haar verhaal. De jongen is het klaarblijkelijk niet gelukt bewijs van zijn bewering aan te leveren, want Elisabeth werd in het gelijk gesteld en hij werd veroordeeld tot betaling van het geëiste bedrag van ƒ 157,50 plus de proceskosten ad ƒ 251,80. Een kostbaar avontuurtje.
Uit privacyoverwegingen mag de naam van de vader niet worden gepubliceerd, maar de processtukken zijn wel in te zien, in dit geval in het Gelders Archief in Arnhem.
Ongewenste zwangerschappen kwamen in het geval van dienstboden relatief vaak voor. Foto: geschiedenisbeleven.nl
 
Copyright 2016. All rights reserved.
Terug naar de inhoud | Terug naar het hoofdmenu